Wat is de Cito Eindtoets Basisonderwijs?

De Cito Eindtoets Basisonderwijs is ontstaan uit de “Amsterdamse Schooltoets”, die voor het eerst werd afgenomen in 1966 als toelatingsonderzoek voor het Middelbaar Onderwijs (dat nu “Voortgezet Onderwijs” heet). Vanaf 1968 bestond die toets alleen nog maar uit meerkeuzevragen.
Het CITO (Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling) ging in 1968 officieel van start en nam in 1970 de Amsterdamse Schooltoets over van het Research Instituut voor Toegepaste Psychologie. De naam werd toen veranderd in “Schooltoetsen Basisonderwijs.” Sinds 1976 spreken we van de “Eindtoets Basisonderwijs.”

In 2012 namen 162.000 leerlingen uit Groep 8 deel aan de Eindtoets BaO. Het aantal deelnemende Basisscholen was in 2012: 6200 (85% van alle basisscholen). De Eindtoets Basisonderwijs wordt beschouwd als een hulpmiddel bij de keuze voor het Voortgezet Onderwijs.
In tegenstelling tot de Entreetoetsen, die meerdere jaren achtereen met dezelfde opgaven worden gebruikt, bestaat de Eindtoets ieder jaar uit volledig nieuwe opgaven.

Met de Eindtoets worden de volgende vaardigheden getoetst (tussen haakjes het aantal opgaven per onderdeel) :
TAAL: Schrijven van teksten (30), Spelling (20), Begrijpend lezen (30) en Woordenschat (20). 
REKENEN-WISKUNDE: Getallen en bewerkingen (25), verhoudingen-breuken-procenten (20), meten-meetkunde-tijd-geld (15).
STUDIEVAARDIGHEDEN: Studieteksten (10), Informatiebronnen (10), Lezen van schema’s-tabellen-grafieken (10), Kaartlezen (10).
WERELDORIËNTATIE: Aardrijkskunde (30), Geschiedenis (30), Natuuronderwijs (30).

Het onderdeel “Wereldoriëntatie” is optioneel/facultatief. Dit betekent, dat een school kan kiezen, of wereldoriëntatie wel of niet wordt afgenomen. Wereldoriëntatie telt tot op heden niet mee voor het totaalresultaat op de Eindtoets.

Opmerkingen:

  • Sinds 2018 bestaat de Centrale Eindtoets uit twee versies: de papieren Centrale Eindtoets en de digitale adaptieve Centrale Eindtoets. De digitale adaptieve versie past zich tijdens de afname aanhet individuele niveau van de leerlingen aan. Het is een toets op maat, geschikt en toegankelijk voor álle leerlingen.
  • Voor de Centrale Eindtoets geldt in 2019, dat het totaal aantal opgaven kleiner is geworden: de papieren toets bestaat uit 165 opgaven en de digitale adaptieve toets bestaat uit 140 opgaven.