Eetstoornissen

WAT WIJ DOEN VOOR KINDEREN, JONGEREN EN VOLWASSENEN:

  • Onderzoek naar en diagnostiek van:
    Anorexia nervosa

    Boulimia nervosa
    Eetbuistoornis (ook “Binge Eating Disorder” (BED) genoemd.)
    ARFID (avoidant/restrictive food intake disorder)
    Pica

    Ruminatiestoornis
    Eetstoornis NAO
  • Behandeling/therapie bij één of meerdere eetstoornissen.
  • Behandeling/therapie bij klachten, die lijken op één of meer van de bovengenoemde stoornissen. De klachten zijn dan niet zo ernstig, dat sprake is van een stoornis, maar ze kunnen wél een negatieve invloed hebben op het algemeen dagelijks functioneren.
  • Second opinion, wanneer u het niet eens bent met een (eerdere) diagnose, die duidt op één of meer van bovengenoemde stoornissen.

LET OP: als uit onderzoek blijkt, dat er sprake is van een ernstige en/of levensbedreigende eetstoornis, dan zullen wij altijd doorverwijzen naar een gespecialiseerde kliniek. Wij behandelen alléén beginnende eetstoornissen of eetstoornissen met milde symptomen!


  • Anorexia nervosa: een laag lichaamsgewicht en een verstoord/vervormd lichaamsbeeld (men vindt zichzelf dik, terwijl men juist heel mager is). Iemand met Anorexia Nervosa is bang voor gewichtstoename en probeert dat te voorkomen door overdreven dwangmatig te bewegen, laxeermiddelen te gebruiken etc.

  • Boulimia nervosa: regelmatig optredende eetbuien, die worden gecompenseerd door zelf veroorzaakt braken, laxeermiddelen, overdreven bewegen e.d.  Het lichaamsgewicht is (meestal) normaal, maar ook hier is sprake van een vervormd lichaamsbeeld. Men kan de eetbuien niet onder controle krijgen.

  • Eetbuistoornis (ook “Binge Eating Disorder” (BED) genoemd.): frequent voorkomende eetbuien, waarbij men niet de neiging heeft om die te compenseren door braken, laxeren of overdreven bewegen. Daardoor zien we vaak overgewicht bij mensen met een eetbuistoornis.

  • ARFID (avoidant/restrictive food intake disorder): overdreven selectief/kieskeurig eetgedrag, waardoor men bepaalde soorten voedsel wél en andere soorten voedsel nauwelijks of niet eet. De keuze voor een bepaalde soort voedsel hangt samen met de smaak, de zintuiglijke beleving, of met slikangst. Vaak heeft men geen interesse in het eten of men beleeft er geen plezier aan. ARFID heeft tot gevolg dat men onvoldoende weegt en er sprake is van bepaalde voedingstekorten, waardoor men sondevoeding nodig heeft en/of de tekorten moet aanvullen met voedingssuplementen. Er is géén sprake van een vervormd lichaamsbeeld of van angst om zwaarder te worden.

  • Pica: men eet wél normaal, maar er worden ook dingen gegeten die geen voedsel zijn, zoals haar, aarde, papier, klei, zand e.d. Het gevolg kan zijn, dat er lichamelijke problemen ontstaan. Men is niet bang voor gewichtstoenamde. Pica begint vaak in de kindertijd en we zien het vaak samengaan met een ander psychisch probleem of met een verstandelijke beperking.

  • Ruminatiestoornis: hierbij laat men voedsel vanuit de maag weer terugkomen in de mond, waarna men weer op het voedsel kauwt, het voedsel opnieuw doorslikt of het uitspuugt. Een ruminatiestoornis doet zich het vaakst voor bij jonge kinderen.

  • Eetstoornis NAO (Niet Anders Omschreven): men heeft een aantal symptomen van een bepaalde eetstoornis, maar niet álle symptomen/kenmerken welke bij die eetstoornis horen.

Bij de behandeling worden de risicofactoren voor het ontstaan/bestaan van een eetstoornis meegenomen. Er kan sprake zijn van erfelijke belasting (komt meer in een bepaalde familie voor), maar vooral de volgende oorzaken moeten worden benadrukt: negatief lichaamsbeeld; onterechte zorgen over het gewicht; dwangmatig en gevaarlijk proberen het gewicht te beperken; angst voor dik worden; gebrek aan zelfvertrouwen/eigenwaarde; negatief zelfbeeld; gevoelens van minderwaardigheid; het “schoonheidsideaal” dat wordt aangewakkerd door vergelijken met anderen in het algemeen en leeftijdgenoten in het bijzonder via bijvoorbeeld glossy bladen en social media.


Deze pagina wordt continu bijgewerkt/geupdatet.